Hokjes, vakjes, we stoppen iedereen in hokjes en vakjes

01

jun

Annika

Samen met mijn vriend loop ik van de supermarkt naar de auto. Het is al aan het schemeren inmiddels. Het klussen in ons nieuwe huis duurde langer dan we hadden verwacht en het kleine supermarktje gaat al bijna sluiten. Op het pleintje voor de winkel staat een groepje jongeren met scooters, donkere kleding aan en capuchons diep over hun ogen getrokken. Automatisch grijp ik de hand van mijn vriend wat steviger vast, ik voel me wat ongemakkelijk als we langs het groepje lopen. Opeens word ik geroepen. “Mevrouw!” Ik schrik en kijk om. “Mevrouw, kent u me niet meer? Ik zat vorig jaar bij u in de klas, voor aardrijkskunde.” Ach ja, nu zie ik het. Een van die meiden is Faye, een van mijn leerlingen. Een leuke, vriendelijke meid. Hoe had ik dat nou niet kunnen zien…?

Een beetje beschaamd zit ik even later in de auto, onderweg naar huis. Ik realiseer me hoe snel ik een vooroordeel klaar had toen we langs het groepje op het pleintje voor de supermarkt liepen. Zonder erbij na te denken was ik wat dichter naast mijn vriend gaan lopen en wilde ik het liefst zo snel mogelijk voorbij het groepje jongeren lopen. Niet dat ik echt bang was, maar een beetje ongemakkelijk voelde het toch wel. Zouden ze dat gemerkt hebben? Zouden ze merken dat ik ze eigenlijk wilde vermijden?

En hoe snel had ik een oordeel gevormd? Gebaseerd op niets, eigenlijk. En dat terwijl een van hen een half jaar bij me in de klas had gezeten.

Sociale categorisatie

Deze avond leerde ik dat ons beeld van andere mensen vertekend wordt door omstandigheden. Toen ik uit de supermarkt kwam, het schemerig was en ik een groepje jongeren bij scooters zag staan, legden mijn hersenen automatisch de link met ‘gevaar’. Een bedreigende situatie. Het zou immers niet voor het eerst zijn dat een groepje jongeren in een vergelijkbare situatie gewelddadig wordt.

En zo maken onze hersenen al heel snel een ‘beoordeling’ van een persoon of dier, op basis van uiterlijke kenmerken. Sociale categorisatie, heet dat. Een handig overlevingsmechanisme, want stel dat we op vakantie in Azië een tijger tegen zouden komen. Zonder categorisatie (‘oeps, een groot dier, met grote tanden en het gromt heel hard’) zouden we ons niet op tijd bewust zijn van het dreigende gevaar. Er is dus op zich niets mis met dit overlevingsmechanisme, zolang we ons maar bewust zijn van het bestaan ervan. Niet alles is namelijk wat het lijkt. Een groepje jongeren met donkere kleding, wie ben ik om er wat van te denken, ik draag ook altijd zwart! En die capuchons diep over hun hoofd getrokken, misschien hebben ze het wel koud.
En dan die mevrouw in de kerk, die altijd heel afstandelijk doet. Misschien is ze ooit wel gekwetst, en is ze nu bang om anderen te vertrouwen. Of dat omaatje dat altijd zo kattig doet, wie weet wat zij voor reden heeft?

God kijkt naar het hart

En dat brengt me bij de wijze les die ik leerde bij de supermarkt. Ieder mens draagt zijn eigen verleden met zich mee. Mooie dingen, maar ook moeilijke en verdrietige dingen. Wij mensen beoordelen anderen op basis van wat we zien. Categorisatie speelt daar een hele belangrijke rol in. Maar God kijkt verder dan dat. God kijkt naar het hart van mensen. Bijvoorbeeld toen hij David, een arme herdersjongen, uitkoos om koning van Israël te worden. De mensen dachten een sterke koning te kiezen, een van Davids oudere broers, die een indrukwekkend uiterlijk hadden. Maar God keek naar het innerlijk van de jongens en koos David.

Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart. (1 Samuel 16:7, Nieuwe Bijbelvertaling)

God heeft geen sociale categorisatie nodig om de wereld te begrijpen, Hij heeft de wereld gemaakt. Hij heeft geen vooroordelen zoals wij mensen die kunnen hebben, Hij kijkt naar ons hart. Hij hoeft mensen niet in hokjes en vakjes te stoppen, iedereen is welkom bij Hem!

Aan de slag!

Ik wil daar een voorbeeld aan nemen. In mijn werk als docent of in het verpleeghuis, in mijn vrije tijd, als ik boodschappen doe bij de supermarkt of gewoon op straat. Ik ben een mens en mijn hersenen maken nu eenmaal automatisch vooroordelen. Maar ik heb wel de keuze om ernaar te luisteren en handelen of om ze naast me neer te leggen. Ik ben geen God en kan niet in het hart van mensen kijken, maar ik kan wel proberen om mijn vooroordelen niet te laten beslissen hoe ik met mensen omga.

Doe je met me mee?
Ik wil de komende tijd extra mijn best gaan doen om me bewust te worden van mijn eigen vooroordelen. Ik wil ervoor bidden, God vragen of Hij me wil helpen om onbevooroordeeld met mensen om te gaan. Ik zou het gaaf vinden om dit met meer mensen te doen. Ik wil je uitdagen om de komende week na te denken over je eigen vooroordelen. Neem je eigen gedachten onder de loep en vraag Gods hulp bij de dingen die je graag zou willen veranderen. Succes!

We proudly present: het ZIJ LACHT traveljournal. Geen traveljournal zoals je misschien gewend bent: een notitieboekje om je wildste reisavonturen in Australië of Thailand in te noteren. Nee, dit traveljournal gaat over je reis met God. De reis van je leven. In het schrift staan veel vragen die je aan het denken zetten. De vragen gaan onder andere over je vertrekpunt, reisgenoten, bagage, ups en downs, omkeermomenten, rustpauze, bijtanken, doorreis en eindbestemming. Het schrift is ideaal om komende zomer te behandelen, als korte reflectie op de jaren die achter je liggen, om ten slotte doelen te stellen waarmee je aan de slag gaat. Heb jij ‘m al besteld? Naar de shop! 

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Wat een mooie blog Annika, dankjewel!
    Ook dit is mijn wens. Ik kan ook zó snel veroordelend denken en mijn gebed is om met de ogen van de Here Jezus naar de mensen te leren kijken!
    Ik doe graag met je mee❣️

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap