Genade op genade

In het eerste jaar bij mijn studentenvereniging hadden we het in mijn kring regelmatig over genade. Binnen het christelijk geloof een heel bekend en veelbesproken onderwerp. Tegelijkertijd ook best een lastig onderwerp. Want wat houdt genade precies in? Het is zo’n breed begrip. Om het voor onszelf te vereenvoudigen spraken we dat jaar veel over genade als een cadeau, aangeboden door je hemelse Vader. Je krijgt het, zonder dat je er zelf iets voor hebt hoeven doen. Het cadeau ligt voor je klaar. Het enige dat je moet doen is het cadeau aannemen en uitpakken. Meer is er niet nodig.

In Jezus Christus ontvangen wij genade op genade (Johannes 1:16). Wij leven door genade. In het Grieks bestaat genade uit het woord charis, wat vreugde betekent. God heeft het verlangen om ons zijn vreugde te geven. Hij wil ons overladen met zijn goedheid en liefde. Die liefde wordt bevestigd in zijn zoon Jezus Christus.

Door wat Hij heeft gedaan, kunnen we door ons geloof nu ook genieten van Gods liefdevolle goedheid voor ons. En door Hem kunnen we ook altijd blij zijn. Want we weten dat we straks in zijn heerlijke aanwezigheid mogen leven. Want op de tijd die God had bepaald, is Christus voor ons gestorven. Op dat moment waren we nog hulpeloos en trokken we ons nog niets van God aan. Het is al heel bijzonder als iemand zijn leven wil geven om een góed mens te redden. Misschien heeft iemand daar nog de moed voor. Maar Christus heeft zijn leven voor ons gegeven toen we nog sléchte mensen waren. Daarmee bewijst God hoeveel Hij van ons houdt. Door Jezus’ dood heeft Hij ons bevrijd van onze schuld. Als Hij dát al gedaan heeft, dan is het ook zéker dat Hij ons zal redden van Gods straf! Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered [en veilig zijn] door het léven van zijn Zoon. En dat is niet het enige. We zijn ook heel blij met God, want door onze Heer Jezus Christus zijn we nu vrienden van God geworden.
(Romeinen 5:2,6-11, BasisBijbel)

Dit Bijbelgedeelte zit vol met prachtige waarheden! Het zijn er haast te veel om in een keer in je op te kunnen nemen. Lees het gedeelte daarom nog eens rustig door, zodat de woorden tot je hart kunnen spreken.

Door het offer van Jezus Christus kunnen wij in vrede met God leven. De relatie tussen God en mensen is hersteld, waardoor wij Gods genade kunnen ontvangen. Onze oude ‘ik’ is slecht, zondig. Uit onszelf komt niets goeds. Maar dankzij Gods liefdevolle goedheid zijn wij vernieuwd. God geeft ons in zijn zoon Jezus Christus een nieuw leven, een nieuwe ‘ik’. Dat wil niet zeggen dat we vanaf dat moment een volmaakt leven leiden. Er is telkens weer wrijving tussen onze oude ‘ik’ en onze nieuwe ‘ik’. Dat zorgt voor een bepaalde verantwoordelijkheid. Laten we ons leven bepalen door onze oude ‘ik’ of leven we vanuit onze nieuwe ‘ik’? Door te streven naar een heilig leven beantwoorden we als het ware de genade die God ons elke dag opnieuw schenkt.

We zongen laatst in de kerk een lied waarvan de tekst mij raakte:

En wat wij ook voor goeds bewerken
het is door uw genâ volbracht.
Laat wat wij zijn of hebben, Heer,
slechts dienen tot uw lof en eer.

Onze God is zó genadig. Wij verdienden niets en toch gaf (en geeft) hij ons alles. Dat betekent niet dat we als christenen maar een makkelijk leven hebben hier op aarde, dat het ons allemaal voor de wind gaat en dat we geen tegenslag kennen. God wil zijn vreugde en liefde met ons delen, maar zolang we op aarde leven hebben we te maken met de gebrokenheid van deze wereld. Gelukkig gaan Gods vreugde, goedheid en liefde verder dan materialisme of gezondheid. Door Gods genade verandert ons binnenste. Ons hart en onze geest worden vernieuwd en met die vernieuwde geest mogen we met Jezus verder leven in de wetenschap dat Hij in alle omstandigheden met ons is om ons aan te moedigen, te (onder)steunen, te troosten, te sterken en te bemoedigen.

Aan de slag!

Denk eens na over de volgende vragen:

– Waar denk jij aan bij het woord genade?
– Wat betekent Gods genade voor jou?
– Ervaar jij Gods genade in jouw leven? Zo ja, op welke manier?
– Laat jij je leven leiden door je oude of je nieuwe ‘ik’?
– Hoe kun jij God dienen en eren in je dagelijkse bezigheden?