De Ethiopische kamerling

12

mei

Liza

Dagelijks komen er zo ontzettend veel keuzes op ons af. Het geeft keuzestress. Want zeg nou zelf: welke Netflix serie moeten we kijken? Wat als we een geweldige andere serie missen? Grapje natuurlijk, naar aanleiding van een leuk tekeningetje van Marloes de Vries dat ik onlangs voorbij zag komen. Netflix is mijn uitlaatklep. Ik ontspan het allermeest in een Rituals bad, met mijn iPad op een creatieve manier op de wasmand naast het bad geïnstalleerd.

Van de week heb ik het nieuwste seizoen (dat op Netflix staat) van Call the Midwife gekeken. Het gaat over een groep vroedvrouwen in Londen in de jaren ’50 en ’60. Echt, I love it. Ik heb nog nooit zoveel geleerd van een serie. Niet alleen over allerlei ziektes, maar ook over God. De vroedvrouwen wonen namelijk in huis met een aantal nonnen die hun leven zichtbaar hebben gewijd aan God.

Nonnen, ik vind ze bijzonder en bewonderenswaardig. Vrouwen die hun leven volledig aan God geven. Vrouwen die er bewust voor kiezen om hun tijd aan God terug te geven en hiervoor grote offers maken. Ze geven een gezin op. Een carrière. Seks. Kleren. Ze zetten God voor de volle 100% op de eerste plek in hun leven.

Toen ik nadacht over nonnen en monniken, moest ik plotseling ook denken aan eunuchs. Enig idee wat ik hiermee bedoel? Misschien komt de term ‘Ethiopische kamerling’ je bekender voor. Daarover straks meer – eerst een kleine uitleg van het woord eunuch. ‘Eunuch’ komt van de Griekse woorden eune (bed) en echo (bewaring/bewaking). De letterlijke betekenis van eunuch is dus ‘bedbewaker’. Een bedbewaker moest vrouwen dienen in een Oosterse harem. Zo iemand moest gecastreerd zijn – je snapt vast wel waarom.

God stuurde Filippus ook eens op zo’n eunuch af. We lezen erover in Handelingen 8:

Er kwam een engel van de Heer bij Filippus. Hij zei tegen hem: “Ga tegen de middag naar de weg die van Jeruzalem naar Gaza gaat.” Dat is een eenzame weg. Filippus ging erheen. Op een gegeven moment kwam daar een Ethiopiër aan. Hij was een belangrijke dienaar van de Ethiopische koningin Candacé: hij was haar opperschatbewaarder. Hij was naar Jeruzalem geweest om God te aanbidden. Nu was hij op de terugweg. In zijn wagen las hij hardop uit het boek van de profeet Jesaja. 

De Heilige Geest zei tegen Filippus: “Ga naast de wagen lopen.” Filippus liep erheen. Hij hoorde de man uit de profeet Jesaja lezen. Filippus vroeg hem: “Begrijpt u wat u leest?” De man antwoordde: “Hoe zou ik het kunnen begrijpen als niemand het me uitlegt?” En hij vroeg Filippus om in te stappen en naast hem te komen zitten. Het gedeelte dat hij las was dit: ‘Net als een schaap dat wordt weggebracht om geslacht te worden, en net als een lam dat niet protesteert als het geschoren moet worden, zo doet Hij zijn mond niet open. Hij werd gevangen genomen en onrechtvaardig veroordeeld. En wie van de mensen van zijn tijd kon het iets schelen dat hij uit het leven werd weggerukt en gedood?’ En de man zei tegen Filippus: “Vertel mij: over wie heeft de profeet het hier? Over zichzelf of over iemand anders?” Toen gebruikte Filippus dat gedeelte uit de Boeken om hem over Jezus te vertellen. 

Ze kwamen langs water. De man zei: “Kijk, daar is water. Is er iets op tegen dat ik word gedoopt?” Filippus antwoordde: “Als u met uw hele hart gelooft, is er niets op tegen.” Hij antwoordde: “Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.” Hij liet de wagen stoppen. Filippus liep met de man het water in en doopte hem. Toen ze uit het water waren gekomen, nam de Geest van de Heer Filippus mee en de man zag hem niet meer. Maar hij reisde blij verder.

Wat een bijzonder Bijbelgedeelte. De Ethiopiër las (hardop) een profetie uit Jesaja 53. Hij werd getriggerd door wat hij las, maar hij snapte het niet. En toen ineens was Filippus daar, die hem kon vertellen dat Degene over wie het hier gaat Jezus is. We weten niet precies wat Filippus de man vertelde, maar ik kan me zo voorstellen dat Filippus vol passie over Jezus sprak. Hij had een boodschap van liefde. Van hoop. Van bevrijding. Het evangelie.

Denk even terug aan het begin van dit blogje. De Ethiopiër was gecastreerd. Verminkt. In Deutoronomium 23 lezen we wie wel en niet in de gemeente van de Heer mogen komen. In vers 1 staat direct:

Een man die gewond of verminkt is aan zijn geslachtsdelen, mag niet in de gemeente van de Heer komen.

Tsjonge. Dat is klare taal. Volgens de oudtestamentische wet was deze Ethiopiër uitgesloten om bij de gemeente van de Heer te komen. Verminkte mannen hadden bijvoorbeeld ook geen toegang tot de tempel. Het mocht gewoon niet. Het stond in de wet. Misschien wist de Ethiopiër dat ook wel. Maar door Jezus geldt deze wet niet meer! Wow! We weten niet of Filippus dit heeft verteld aan de Ethiopiër, persoonlijk denk ik dat hij dit wél heeft verteld. Maar als hij dat niet heeft gedaan, vind ik dit het allermooiste:

We lezen dat de Ethiopiër blij verder reisde nadat Filippus is verdwenen. Als ik me verplaats in deze man, kan het haast niet anders dan dat hij verder las waar hij was gebleven. In Jesaja 56 staat dan in vers 3-5:

Mensen van andere volken die de Heer zijn gaan dienen, moeten niet zeggen: ‘De Heer zal mij wel niet bij zijn volk willen hebben.’ En mannen die geen kinderen kunnen krijgen, hoeven niet te denken: ‘Ik ben maar een dorre boom. [omdat ik geen kinderen kan krijgen, hoor ik er niet bij.]’ Want Ik ben ook hún Heer, zegt de Heer. (…)  Ik zal hun een nieuwe naam geven. Dat is nog beter dan wanneer hun naam blijft voortbestaan in hun kinderen. Want de naam die Ik hun zal geven, zal een eeuwige naam zijn, een naam die altijd zal blijven bestaan.

Ik denk dat de Ethiopiër wel kon huilen van blijdschap. Zelfs ik kreeg hiervan tranen in mijn ogen. Wat een prachtige belofte: Jezus kwam voor alle mensen. Voor deze Ethiopiër. Voor mij. Voor jou.

Aan de slag!
Beeld je eens in hoe dit voor Filippus geweest moet zijn. Hij deed lekker z’n ding en ineens maakte God hem [door een engel] duidelijk dat hij naar deze eunuch moest gaan. Hoe zit dat bij jou? Zijn jouw ogen en jouw hart open om mensen in nood te helpen? Om mensen het evangelie te vertellen? Ik wil je vandaag aanmoedigen om hierin een voorbeeld te nemen aan Filippus. Vraag aan God of Hij jou dingen duidelijk wil maken. Of Hij je naar mensen wil sturen die je nodig hebben. Om de prachtige belofte ook aan hén duidelijk te maken.

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Prachtig Liza! Een mooie blog!
    Bruikbaar willen zijn om andere mensen, mensen in nood over onze Heiland te vertellen!
    Hij alleen kan heel maken wat kapot is en wil ons daarbij gebruiken!
    De liefdevolle nabijheid van mijn Heer en die is er altijd, is een zegen voor mij en mensen om mij heen! Ik mag vanuit de onbeperkte voorraad liefde van God andere mensen helpen!! Fantastisch tòch!!

  2. Heleen van der Hart schreef:

    Ik was aan het zoeken naar een dagopening voor op een reformatorische mbo voor de klas van verzorgende. Vind ik dit stuk! Helemaal uit het leven gegrepen! Ik ga er dankbaar gebruik van maken en proberen iets te laten ontwaken in de harten van de studenten: hoe ben ik dienstbaar en luister ik naar Gods stem?

  3. Els schreef:

    In gebed maakte God me duidelijk dat ik er gedeelte van de Ethiopische kamerling moest lezen. Ik googlede het om.de plaats in de Bijbel ervan te vinden. Zo vond ik deze blog en las hem. Wat mij aansprak was Wat de eunuch zei: hoe kan ik het snappen als niemand mij uitlegt? Ik Ervaar dit als een aanmoediging om meer over Gods Woord te spreken met anderen en het uit te leggen.
    De invalshoek van het verminkt zijn, maar toch welkom.zijn bij God, vind ik ook heel mooi. God stuurt ons naar mensen die niet voldoen aan ideaalbeelden, maar juist hen wil God redden.. Bedankt voor dit blog, na 5 jaar raakt het nog steeds! 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap